Gedaanten van de waanzin: Van schaamteloze razernij naar onbegrepen belevingswereld | Rob van den Bosch
Waanzin is een volksdiagnose, en een idee dat gebruikt wordt als metafoor voor uitzinnigheid. Waanzin overschrijdt grenzen, is ontregelend en veelvormig en is vooral irrationeel en moeilijk invoelbaar. De onredelijkheid zit vanbinnen. Vroeger was die veel zichtbaarder en oordeelde de gemeenschap erover, nu doet de psychiater dat. De taal van de psychiatrie is vanaf de achttiende eeuw ontstaan en de laatste honderd jaar nauwelijks veranderd. Dokters hebben zich de waanzin toegeëigend en er hun eigen ideeën op losgelaten, gekleurd door de tijd waarin ze leefden. Veel waanzin heet tegenwoordig schizofrenie, maar dat is een recent idee dat alweer aan vervanging toe is. Waanzin laat zich niet wegdenken uit de samenleving, maar de naamgeving ervan is in de loop van de tijd nogal veranderd – en de inhoud nog veel meer. Hoe zagen artsen in het verleden hun waanzinnige patiënten? Wat viel ze op en hoe begrepen ze hun gedrag? Wat zijn in de medische blik op de waanzin de variabelen en wat de constanten? Dat is het thema van dit boek, dat de geschiedenis van een idee beschrijft aan de hand van de gevarieerde portretten die artsen door de eeuwen heen van hun patiënten hebben geschetst.